App "VSM" naar 31613564355 om te meten hoe sterk jouw organisatie is

Het Viable System Model in de voetballerij

Het Viable System Model (VSM), ontwikkeld door Stafford Beer, is een kader waarmee organisaties kunnen worden geanalyseerd en ontworpen om hun ‘leefbaarheid’ te garanderen. ‘Leefbaar’ betekent in dit verband dat een organisatie zich kan aanpassen, overleven en gedijen in een dynamische omgeving. Hoewel het VSM vaak wordt toegepast in de wereld van bedrijfsvoering en (semi)overheidsinstanties, leent het model zich verrassend goed voor het begrijpen van professionele voetbalclubs.


In dit artikel gaan we in op de principes van het Viable System Model en laten we zien hoe een profvoetbalclub vrijwel prototypisch is georganiseerd volgens de vijf hoofdsystemen (Systeem 1 t/m 5) die Stafford Beer definieerde.


1. Overzicht van het Viable System Model (VSM)

Het VSM onderscheidt vijf subsystemen (ook wel ‘functies’ of ‘systemen’ genoemd) die samen de ‘leefbaarheid’ van een organisatie borgen:


Systeem 1: De primaire operationele eenheden die de kerntaken van de organisatie uitvoeren.

Systeem 2: De coördinatie- en ondersteuningsmechanismen die de verschillende Systeem-1-eenheden op elkaar afstemmen.

Systeem 3: De beheerlaag die verantwoordelijk is voor de interne besturing en optimalisatie van de Systeem-1-eenheden.

Systeem 4: De strategische functie die zich richt op de externe omgeving, toekomstanalyse en innovatie.

Systeem 5: De hoogste beleids- en waardenbepalende laag die de identiteit en richting van de organisatie bewaakt.


Het unieke van het VSM is dat elk subsysteem een eigen noodzakelijke rol vervult, terwijl ze tegelijkertijd sterk onderling verbonden zijn. Stafford Beer benadrukt dat organisaties alleen ‘leefbaar’ blijven als alle systemen goed functioneren én op elkaar aansluiten.


2. Toepassing op een profvoetbalclub

Een profvoetbalclub heeft een aantal duidelijke kerntaken en rollen, die we heel goed kunnen plaatsen in de vijf systemen van het VSM. Laten we deze één voor één bespreken.


Systeem 1: Het eerste team

  • Rol in de voetbalclub
    Systeem 1 staat voor de primaire operationele eenheden die de kerntaken van de organisatie uitvoeren. In een profvoetbalclub is dat onmiskenbaar het eerste team. Dit is de eenheid die wekelijks de wedstrijden speelt, punten binnenhaalt, en daarmee het gezicht is van de club naar de buitenwereld.
  • Waarom het Systeem 1 is
    Het eerste team vormt de basis van het bestaansrecht van de club. Zonder het eerste team bestaat er geen profvoetbalclub. Vanuit VSM-perspectief is Systeem 1 zo direct verbonden met de ‘productie’ — in dit geval het sportieve resultaat.
  • Kenmerken en uitdagingenMoet constant presteren binnen een competitieve omgeving (de voetbalcompetitie).
    Levert direct zichtbaar resultaat (winst, gelijkspel, verlies).
    Heeft eigen interne dynamiek (de spelersgroep, de technische staf).

Systeem 2: Coördinatie en ondersteunende diensten

  • Rol in de voetbalclub
    Systeem 2 is verantwoordelijk voor de afstemming en coördinatie tussen de verschillende Systeem-1-eenheden, en omvat tevens de ondersteunende diensten. Binnen een profvoetbalclub vinden we op dit niveau alle diensten die randvoorwaarden scheppen om het eerste team optimaal te laten functioneren:


  • Fysieke en medische staf (artsen, fysiotherapeuten, conditietrainers)
  • Materiaalbeheer (kleding, voetbalmaterialen)
  • Facilitaire diensten (stadiononderhoud, velden, transport)
  • Administratieve ondersteuning (contracten, salarisadministratie, etc.)
  • Waarom het Systeem 2 is
    Deze ondersteunende diensten zorgen ervoor dat alle operationele processen soepel lopen. Ze vormen als het ware de ‘olie in de machine’, zodat het eerste team zich kan richten op de kernactiviteit: het spelen van voetbalwedstrijden en het behalen van sportief succes.

Systeem 3: De directie (dagelijkse leiding)

  • Rol in de voetbalclub
    In het VSM is Systeem 3 de operationele bestuurslaag die zich richt op het optimaliseren van interne processen, het monitoren van de performance van Systeem 1 en het aansturen van de ondersteunende diensten (Systeem 2). Bij een profvoetbalclub is dit typischerwijs de directie, die verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur.
  • Waarom het Systeem 3 is
    De directie stelt financiële en operationele kaders, houdt toezicht op het voetbaltechnische beleid (maar maakt niet altijd zelf de keuzes, dat kan bij de technisch directeur liggen) en zorgt ervoor dat inkomsten en uitgaven in balans blijven. Zij is tevens verantwoordelijk voor het naleven van contracten en samenwerkingen met sponsoren en andere partijen.
  • Kenmerken en uitdagingenZorgen voor heldere organisatiecultuur en korte communicatiekanalen.
    Optimaliseren van de resources (financiën, mensen, faciliteiten).
    Bewaken van de interne samenhang en naleving van de visie.

Systeem 4: Technisch directeur en scouting

  • Rol in de voetbalclub
    Systeem 4 in het VSM richt zich op de externe omgeving, de toekomst, strategische innovaties en kansen. Binnen een voetbalclub vertaalt zich dit naar de technisch directeur en de scouting. Zij kijken vooruit, speuren naar nieuw talent en houden trends en ontwikkelingen in het voetbal in de gaten (denk aan tactische inzichten, data-analyse, nieuwe trainingsmethoden, etc.).
  • Waarom het Systeem 4 is
    Het technisch beleid en de scouting anticiperen voortdurend op de (toekomstige) eisen van de markt (de competitie, internationale standaarden), wijzigingen in de voetbalwereld (regelwijzigingen, transfermarkt) en veranderingen in de vraag van supporters en media. Daarnaast richt de technisch directeur zich ook op talentontwikkeling (jeugdopleidingen, langetermijnplanning) om de levensvatbaarheid van de club te borgen.
  • Kenmerken en uitdagingenVoortdurend anticiperen op veranderingen in het voetbal.
    Innovatie en langetermijnplanning (opleiding van jeugdspelers, uitbouw van infrastructuur).
    Samenwerking met andere clubs, externe deskundigen en dataproviders om de beste spelers en methodes te identificeren.

Systeem 5: De raad van commissarissen

  • Rol in de voetbalclub
    Het hoogste orgaan dat in het VSM de ‘identiteit’, waarden en strategie van de organisatie bewaakt, noemen we Systeem 5. Bij een profvoetbalclub is dit normaal gesproken de raad van commissarissen (RvC) of een vergelijkbaar toezichthoudend orgaan.
  • Waarom het Systeem 5 is
    De RvC zorgt voor het bewaken van de identiteit en de (lange) strategische koers van de club. Ze weegt belangrijke beslissingen af op basis van de kernwaarden van de club (historie, supporterscultuur, maatschappelijke rol). De RvC kijkt meer van een afstand toe en grijpt in als de directie structureel andere keuzes zou maken dan passen bij de algemene visie van de club.
  • Kenmerken en uitdagingenBewaken van de clubcultuur en reputatie.
    (Zeer) langetermijnvisie: waar staat de club over 5-10 jaar?
    Vormgeven van het ‘DNA’ van de organisatie.

3. De samenhang tussen de systemen

Het Viable System Model benadrukt dat de vijf systemen niet los van elkaar functioneren. Ze zijn sterk onderling afhankelijk. In een voetbalclub is dit overduidelijk:

  • Communicatielijnen (Systeem 2 en 3)
    De directie (Systeem 3) moet goed samenwerken met de ondersteunende diensten (Systeem 2) om het eerste team (Systeem 1) maximaal te faciliteren. Als er bijvoorbeeld een medisch probleem is bij een speler, moeten de lijnen kort zijn tussen de medisch staf (Systeem 2), de technische staf (Systeem 1) en de directie (Systeem 3).
  • Strategische input (Systeem 4)
    Het technisch beleid (Systeem 4) brengt innovatieve ideeën of transferdoelwitten in. Deze moeten afgestemd worden met de directie (Systeem 3) voor het budget en de contracten. Uiteindelijk valt dit alles onder het toezicht van de raad van commissarissen (Systeem 5), die waakt over de langetermijnbelangen van de club.
  • Identiteitsbepaling (Systeem 5)
    De raad van commissarissen (Systeem 5) kan richting geven aan de toekomstvisie: willen we ons meer richten op jeugdspelers, of gaan we voor grote buitenlandse aankopen? Deze keuzes hebben directe invloed op hoe Systeem 4 (scouting, technisch beleid) de club inricht, en indirect op hoe Systeem 3 (directie) het budget allokeert.


4. Waarom werkt het VSM zo goed in de voetbalcontext?

4.1. Duidelijkheid in rollen en verantwoordelijkheden

Het VSM zorgt voor een heldere indeling van verantwoordelijkheden. In een voetbalclub is het al redelijk intuïtief: het eerste team (Systeem 1) moet presteren, gesteund door coördinatie en ondersteunende diensten (Systeem 2). De directie (Systeem 3) houdt operationele regie, terwijl technisch beleid en scouting (Systeem 4) focussen op de toekomst. De raad van commissarissen (Systeem 5) bewaakt het DNA van de club en houdt toezicht.


4.2. Focus op zowel heden als toekomst

Veel clubs raken in de problemen wanneer ze te veel focussen op resultaten op de korte termijn, terwijl de opleiding van jeugdspelers en het aantrekken van toptalent in de toekomst ondergeschoven raakt. Het VSM dwingt je om een goede balans te vinden tussen de dagelijkse operatie (Systeem 3/1) en de toekomstvisie (Systeem 4/5).


4.3. Korte en lange feedbacklussen

Omdat de systemen op elkaar aansluiten, ontstaan er in het VSM zowel korte als lange feedbacklussen. Zo is er een kort feedbackmechanisme tussen het eerste team (Systeem 1) en de directie (Systeem 3) — na elke wedstrijd of blessure moet er worden bijgestuurd. Tegelijkertijd is er een lang feedbackmechanisme tussen de scouting (Systeem 4) en de raad van commissarissen (Systeem 5) — bijvoorbeeld hoe de club zich wil positioneren in de Europese competities over drie tot vijf jaar.


4.4. Adaptief vermogen

Profvoetbal is uiterst competitief en vol onzekerheden (transferperiodes, blessures, concurrentie). Het VSM benadrukt dat een organisatie slechts ‘leefbaar’ is als ze zich snel en effectief kan aanpassen. Doordat binnen het VSM de rollen en feedbackmechanismen duidelijk zijn, kan een profvoetbalclub wendbaarder reageren op nieuwe kansen en bedreigingen.


5. Conclusie

Het Viable System Model (VSM) biedt een krachtig raamwerk om organisaties te doorgronden. Een profvoetbalclub is verrassend goed te begrijpen en te organiseren volgens dit model:


  • Systeem 1: Het eerste team — het gezicht op het veld.
  • Systeem 2: De ondersteunende diensten — coördinatie en faciliteiten.
  • Systeem 3: De directie — de dagelijkse leiding en optimalisatie.
  • Systeem 4: De technisch directeur en scouting — externe oriëntatie en strategische innovaties.
  • Systeem 5: De raad van commissarissen — het bewaken van identiteit en langetermijnkoers.

Door het VSM toe te passen, kunnen voetbalclubs hun organisatie zodanig inrichten dat zij zowel op korte termijn kunnen presteren (competitieresultaten) als op de lange termijn kunnen floreren (door bijvoorbeeld een goede jeugdopleiding, strategische transfers en het bewaken van de clubcultuur). De kern van het VSM, namelijk het creëren van evenwicht tussen de verschillende subsystemen, sluit naadloos aan op de dynamische en complexe wereld van het profvoetbal.

OVER

Management Cybernetics is een intiatief van:

TIOUW.com BV

Binderij 7-L

1185 ZH Amstelveen

Nederland

KvK: 05076640

joost@tiouw.com

LEGAAL

Cookie Policy

Algemene Voorwaarden

Privacy Beleid

SNELLE LINKS

Abonneer je op het Neurogram Magazine